Waterpolo spelregels

Waterpolo basisregels en technieken
Om meer te weten te komen over waterpolo, zetten we hier op een korte manier de basis regels van het waterpolo hieronder op een rijtje:

Waterpolo is een sport dat beoefend word in een zwembad waarin de afmetingen van het speelveld bij de heren 20 meter is breed en maximaal 30 meter lang.
Bij de vrouwen zijn de veldmaten 20 meter breed en maximaal 25 meter lang.
Het bad heeft een minimale diepte van 1,80 meter.
Aan weerskanten van het speelveld liggen 2 doelen van 3 meter breed en 0,9 meter hoog.
Waterpolo wordt gespeeld met een bal die ongeveer hetzelfde formaat heeft als een voetbal alleen heeft de bal heel veel grip heeft waardoor hij gemakkelijk met 1 hand vast te houden is.
Tijdens de wedstrijd zijn er van beide teams 7 spelers in het bad waarvan 6 ‘veld’ spelers en 1 keeper.
Een waterpolo wedstrijd bestaat uit 4 periodes van maximaal 8 minuten zuivere speeltijd, afhankelijk van de competitie en het land waarin er gespeeld wordt.

Aanvallen en scoren
Uitleg over het aanvallen, scoren en vrije worpen bij waterpolo.

De aanvallende ploeg heeft tijdens het balbezit 30 seconden om een schot op het doel te lossen. Als dit niet gebeurt gaat de bal naar de tegenpartij.
Mocht er tijdens de 30 seconden wel een schot zijn gelost maar de bal blijft in eigen bezit, dan krijgt men opnieuw 30 seconden de tijd.
Bij overtredingen volgt er een vrije worp van de tegenpartij.
Een vrije worp mag in 1 keer op het doel worden geschoten behalve als de vrije worp zich binnen het 5 meter gebied van de tegenpartij bevindt.

Doordat het spel in een zwembad wordt gespeeld is het moeilijk voor de scheidsrechters om te zien wanneer er een overtreding wordt gemaakt. Onder water wordt er veel geknepen, getrapt en vastgehouden. Natuurlijk worden overtredingen die gezien worden gestraft. Er zijn verschillende soorten overtredingen met daarbij horende straffen, hieronder een overzicht van voorkomende overtredingen:

Als de bal door een veldspeler met 2 handen wordt vastgepakt krijgt de tegenpartij een vrije worp.
Ook als de speler die de bal krijgt op de bodem staat of zich van de bodem afzet krijgt de tegenpartij een vrije worp.
Wanneer het eigen team binnen de 20 seconden in balbezit is gekomen mag de speler op teken van de scheidsrechter eerder de wedstrijd hervatten. (Als de speler de hoek nog niet heeft bereikt moet die eerst naar de hoek zwemmen voordat hij weer aan de wedstrijd deel mag nemen).
Wanneer een speler een tegenspeler vasthoudt of de bal weggooit na het fluitsignaal wordt die bestraft met een U20. Een U20 betekent dat de speler naar de hoek van het bad bij de eigen achterlijn moet zwemmen en daar 20 seconden moet blijven wachten tot de speler een teken van de scheidsrechter krijgt dat hij weer mee mag doen.
Als een U20 binnen het 5-meter gebied wordt begaan volgt een 5-meter bal. Dit is een vrije worp van 5-meter tussen de speler en de keeper.
Als een speler 3 keer een U20 heeft gekregen mag de speler niet meer meedoen en moet die worden vervangen.

Op het volgende bestand staan naast alle regels ook de signalen van officials (scheidsrechters) en voorbeelden van overtredingen
WP spelregels 2019-2021 1.3 (vanaf 1-6-2019) (1)

 

Wil je een bericht achterlaten of reageren op onze site? Registreer je en meld je aan! Registreer of meld je aan